Doorgaan naar hoofdcontent

Jabba de Hutt


We kregen op woe-avond een appje…. ‘Mam, niet schrikken hoor, maar ik word vanavond opgenomen in het ziekenhuis van Den Helder’. 

Zolang meneer nog kan appen schrik ik niet zo heel snel, maar wil daar natuurlijk wel direct alle details over weten. Dus hang ik meteen aan de telefoon. 

Al snel krijg ik na mijn zoon de verpleegkundige van het marineschip aan de lijn. “Het is wel fijn als u hier naartoe kan komen. Hij heeft al de hele dag een hoge hartslag en snelle ademhaling. We hebben al verschillende onderzoeken aan boord gedaan, maar kunnen de oorzaak niet vinden. Waarschijnlijk is er niets aan de hand, maar we willen een aantal zaken, zoals bijvoorbeeld een longembolie uitsluiten door extra onderzoek te laten doen in het Noorwest ziekenhuis in Den Helder. Hij zit er hier wel heel stoer bij, maar we weten niet wat er uit de uitslag van de vervolgonderzoeken zal komen. Wij begeleiden hem zelf tot aan de kade en keren dan terug naar het schip. Maar we wachten natuurlijk wel eerst op de ambulance die de zorg aan de kade van ons overneemt. Daarna zit hij daar dus alleen in het ziekenhuis”. 

Ja, dat hoef je natuurlijk maar één keer tegen een moederhart te zeggen. Ik zat al meteen in de auto, ook al rij ik niets graag ‘s nachts. 

Ik ben niet snel erg ongerust, maar tijdens de rit naar Den Helder flitste er natuurlijk wel vanalles door mijn hoofd. Aan de andere kant hebben we het hier wel over een zeer fitte, gezonde knul. Wat kan er mis zijn?

Sneller dan verwacht, ik weet niet hoeveel verkeersboetes er nog ‘aan mijn broek hangen’, kwam ik nog voor middennacht aan. En één blik op dat bed zei mij genoeg. Twee fonkelende pretogen, dat zit wel goed dus. Onze jongste maakt een ‘feestje’ van dit onverwachte uitje en geniet van alle aandacht. 

Vele onderzoeken verder zonder alarmerende zaken, maar nog steeds een veel te hoge hartslag stonden we om half drie ‘s nachts weer buiten. 

Ik snakte naar cafeïne en onze marinier had natuurlijk vooral honger. Na het eerste langzame, donkere stuk langs het Noordhollandsch kanaal tussen Den Helder en Alkmaar belandden we uiteindelijk bij de pomp ter hoogte van het AZ-stadion, vlak voordat je de A9 oprijdt. Best een apart moeder-zoon momentje zo midden in de nacht shoppen bij een benzinepomp. We hadden alle bekijks. Hij was zo van het marineschip afgevoerd en zonder burgerkleding in het ziekenhuis beland. Ik liep dus naast een stoere marinier. Daar ik altijd een zwak heb voor uniformen, genoot ik hiervan. Terwijl ik mijn cola met veel cafeine naar binnen werkte als alternatief omdat de coffiecorner defect was, sloeg meneer een paar gezondheidsrepen achterover. Van een hoge hartslag krijg je blijkbaar vooral veel honger. 

Zo gezellig snackend in de auto voor we verder zouden reizen,  vonden we het allebei best raar dat in deze tijd van Corona en wederom oplaaiende positieve gevallen er helemaal geen Coronatest bij hem was afgenomen. Wel werd hem meerdere keren gevraagd of hij gevaccineerd was en hoe lang geleden. Omdat dat al vijf weken geleden was, ging men er dus vanuit dat dat wel goed zat. In heel het ziekenhuis werd geen mondkapje gedragen en ook wij hoefden dat niet. 

Ik zat nog lekker te ‘grappen’ in de auto: “Nou jongen, als jij Corona hebt, dan krijg ik het nu ook”. 

Ik heb vijf weken geleden hetzelfde Janssen vaccin gehad en na het lezen van artikelen dat er onderzoeken zijn gestart naar de effecten van een 2e vaccin zegt een stemmetje in mij dat de dekking van Janssen lang niet voldoende is en ik dit grapje dus eigenlijk niet moet maken

Tegen het ochtendgloren komen we thuis en duiken we beiden ons bed in. Ik ben erg blij dat ik op de heenweg een collega heb gebeld om te melden dat ik een paar uur later start op het werk. Ik ben nooit een nachtbraker geweest, maar met deze moeder van 52 moet je echt niet meer een nachtje door willen halen, dat is duidelijk. Ik ben ‘gesloopt’. Uiteindelijk blijkt dat ik zoveel adrenaline in mijn lijf heb, dat het vervolgens nog eens twee uur duurt voordat ik uiteindelijk ik slaap val. 

De volgende morgen komt meneer zwetend beneden. Bij het ontwaken had hij al een hartslag van over de 100. Voor een sportman met een hartslag in rust rond de 40 is dit erg hoog dus. Er heeft duidelijk nog geen verbetering plaatsgevonden.  Sinds hij terug is, heeft hij ook een akelig hoestje. Maar, dat had de halve bemanning, volgens hem. 

Hij zal straks de marine arts bellen. We scannen de papieren van het ziekenhuis en sturen het door. 

Nou deze mams maakt zich vast voor niets ongerust. Want “ach, zegt de goede arts, je zal wel tegen een virusje ofzo aanhangen”. Omdat onze jongste eigenlijk wil dat er verder gekeken wordt, in het ziekenhuis bleek hij namelijk ook bloedarmoede te hebben, zegt de beste man “nou doe dan eerst maar eerst eens een Coronatestje”.

Bingo!

Vrijdagavond kom ik uit mijn werk; kunnen we meteen met het hele gezin in quarantaine. Want ja meneer blijkt positief. Gelukkig voel ik me, twee dagen later nog kiplekker. Voor de zekerheid doen Ton en ik een zelftest, wij blijken vooralsnog negatief. Gelukkig. Hebben we in ieder geval geen collega’s en bandleden aangestoken!

Als je in quarantaine moet, dan besef je wat een geluk het is, als je een eigen tuin hebt! En als de dinsdagavond erna ook bij mij de Corona toeslaat, besef ik dat nog meer. Want nu moet ik me zelfs opsluiten in de slaapkamer, in de hoop dat ik Ton niet aansteek!

Nadat ik na twee dagen (bijna) depressief hangend in bed lig, besluit de tuin in te gaan, komt letterlijk het zonnetje door. Zo’n heerlijk tuintje maakt quarantaine draaglijk. Al doe ik nog steeds niets meer dan hangen en slapen. Heel veel korte slaapjes. 

De eerste avond kreeg ik nog medelijden van de heren in huis, maar als ik de 2e avond app dat ik graag diepvriesbessen met een beetje kwark en lange lepel erin wil, antwoord Ton al terug: “In welk hotel zit jij?” 

Ik krijg vooral medelijden van mijn collega’s. Eerst midden in de nacht mijn zoon op moeten halen, vervolgens zelf door Corona geveld worden en vervolgens de jaarlijkse afsluiting en het afscheid van onze voorzitter college bestuur moeten missen, levert medelijden, een prachtige bos bloemen en vele lieve berichtjes op. 


De ommekeer vindt plaats op de zaterdagochtend een paar dagen later.

Je moet je even inbeelden dat ik me al dagen niet heb bewogen, moe en ellendig voel. En op dat moment hangend op die tuinbank, vreselijk gefrustreerd, zo ongeveer voel als een zeekoe. 

Zit die jongen vanuit de andere kant van de tuin me aan te staren, begint te grinniken en zegt: “Jij bent net Jabba de Hutt zoals je daar op die bank hangt” Wetende, dat dit waarschijnlijk alles, behalve een compliment zal zijn, duik ik op mijn telefoon om de zoekterm ‘Jabba de Hutt’ in te voeren. Want deze term ken ik nog niet. Ondertussen word ik gevolgd door twee pretogen op hoe ik de volgende seconden zal reageren. Na het zien van de Google resultaten kan ik er alleen maar uitbrengen: “Nou jongen, ik voel me nu ècht een stuk beter”


Ik denk dat het tijd wordt dat ik mijn zelfmedelijden en die Corona te lijf ga en in beweging kom.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Petit Spay

Petit Spay We  zitten natuurlijk niet voor niets in De Ardennen.  Manlief weet altijd leuke stekkies uit te kiezen en als we er dan zijn is het van: 'Nou, dat is ook toevallig! Hier is veel gebeurd in de 2e WO!  ' Na ruim 30 jaar heb ik mij daar bij neergelegd....  Afijn, hij volgt al dagen op de fiets de route van ene commandant kampfgruppe Peiper terwijl ik in mijn vierde triller (lees leesboek) ben beland.  Maar nu werd ik toch wel geïnteresseerd in wat hij had gelezen over het gehucht Petit Spay, waar die kampfgruppe Peiper is geweest. Op de kaart bestaat het gehucht niet meer, maar volgens Ton moest het verlaten gehucht met ong. vijf huizen er nog staan. Kijk..... dan wordt het leuk!! Wij op zoek op Google Maps.... De plaatsnaam stond er niet, maar de satellietweergave verraadde de huisjes tussen de bomen. Zouden die verlaten huisjes er dan echt nog staan?  Vanmorgen zijn wij in de auto gestapt om dit gehucht te vinden.... Eerst is het de kunst om het gehucht Pet

Zoek mijn poes

Boef, onze harige viervoeter. De braafste kat die we in tijden hebben gehad. Poept in eigen achtertuin, zit heerlijk op de bank in het zonnetje voor de deur te genieten en wandelt iedere vroege morgen en late avond trouw achter onze Mechelse draak aan als we ons rondje doen. Af en toe rent ze het blokje om, omdat respectievelijk de voor- of achterdeur dicht is en haar hevig krabben en mauwen geen effect heeft. Verder slaapt ze de hele dag óf in de bosjes in de achtertuin, óf boven op zolder tussen de dozen. Wat een heerlijk leven! Met mooi weer blijft ze ‘s nachts voor de deur zitten, waardoor wij in de vroege ochtend vaak wakker worden van schreeuwende eksters en kauwen bij ons open raam. Niet omdat Boef een gevaar is voor hun jongen. Nee, gewoon omdat deze groep het heerlijk vindt om haar ‘op stang’ te jagen. Want Boef kan niet jagen en al helemaal niets vangen. En dat terwijl ze als kitten kon apporteren als de beste! Nee, onze Boef raken we niet snel kwijt. Ik ben echter wel altijd

Genderneutraal opvoeden

Genderneutraal. Dit begrip mogen ze van mij door de plee spoelen. En meteen schrappen uit de Dikke van Dalen.  Het wordt zo aangedikt dat het voor mij inmiddels aanvoelt dat je als vrouw niet meer trots mag zijn op het vrouw zijn en mannen zich bijna moeten schamen als ze echt man willen zijn.  Behalve dat het vreselijk onhandig is bij de toiletten, ik zit niet te wachten op blote mannenbillen voor een pisbak, vind ik deze gekte ernstig overdreven.  Vlogger Femke Louise en vriend Denzel hebben het er over dat ze hun nog ongeboren kind zelfs genderneutraal gaan opvoeden. YouTuber Roosmarijn Koster beweert ‘het’ al 11 maanden bij haar babydochter toe te passen en het nu een ‘neutrale’ opvoeding te noemen. Men doet net of dit nieuw en hip is. Maar helaas, ik kan de jonge ouders zo vertellen dat deze visie rondom het opvoeden van kinderen helemaal niet zo nieuw en uniek is. En ik  ben ook erg benieuwd hoe deze kersverse ouders dat dan zo anders zullen invullen dan andere ouders met een gez