Doorgaan naar hoofdcontent

Genderneutraal opvoeden

Genderneutraal. Dit begrip mogen ze van mij door de plee spoelen. En meteen schrappen uit de Dikke van Dalen. 

Het wordt zo aangedikt dat het voor mij inmiddels aanvoelt dat je als vrouw niet meer trots mag zijn op het vrouw zijn en mannen zich bijna moeten schamen als ze echt man willen zijn. 

Behalve dat het vreselijk onhandig is bij de toiletten, ik zit niet te wachten op blote mannenbillen voor een pisbak, vind ik deze gekte ernstig overdreven. 

Vlogger Femke Louise en vriend Denzel hebben het er over dat ze hun nog ongeboren kind zelfs genderneutraal gaan opvoeden. YouTuber Roosmarijn Koster beweert ‘het’ al 11 maanden bij haar babydochter toe te passen en het nu een ‘neutrale’ opvoeding te noemen. Men doet net of dit nieuw en hip is. Maar helaas, ik kan de jonge ouders zo vertellen dat deze visie rondom het opvoeden van kinderen helemaal niet zo nieuw en uniek is. En ik ben ook erg benieuwd hoe deze kersverse ouders dat dan zo anders zullen invullen dan andere ouders met een gezond stel hersens en liefde voor hun kind. 


Begrijp me niet verkeerd. Iedereen mag zijn wie hij/zij wil zijn. Maar waarom moet er zo overdreven de nadruk op gelegd worden?

Vanuit mijn opleiding (PABO) werd ik met vele modules bestookt over de ontwikkeling van het jonge kind. Ook destijds (1986) was duidelijk dat meisjes ook met auto’s moesten kunnen spelen en jongens met poppen. En wanneer een jongen nagellak op wil doen, moet dat ook zeker kunnen. Dat kinderen eigen keuzes moeten kunnen maken qua speelgoed en kleding is echt niets nieuws. Op school worden jonge kinderen gestimuleerd om verschillende soorten speelmateriaal te ontdekken. Jongens spelen in poppenhoeken en meisjes in de bouwhoek. 

En zeker, heb ik in de praktijk enkele keren meegemaakt dat kinderen niet gelukkig waren met het ‘jasje’ dat ze bij hun geboorte hebben meegekregen. 

Gelukkig hadden deze kinderen destijds al ruimdenkende, verstandige ouders die zich tijdig verdiepten in de wijze hoe ze hun kinderen hier het beste bij konden begeleiden.  


Met de materie van onze opleiding in mijn achterhoofd vond ik als jonge moeder in de jaren 90 het natuurlijk ook belangrijk dat onze twee jongens niet alleen maar volgens het ‘ouderwetse’ rollenpatroon opgevoed zouden worden.

Eigenlijk was het best grappig dat ik daar extra aandacht aan wilde besteden, want bij ons in het gezin ging eigenlijk al helemaal niets volgens het ‘ouderwetse’ rollenpatroon met een vader die iedere dag kookte en minstens net zoveel meedraaide in de verzorging van het huis en de jongens en een moeder die alles op ICT-gebied regelde. En alsof dat nog versterkt moest worden had ik in de beginjaren van ons huwelijk als enige een B-rijbewijs. Onze oudste was zelfs heel verrast toen hij plotseling besefte dat de buurman ook kon autorijden! 


Maar ik vond het toch belangrijk dat onze jongens ook met poppen moesten spelen, al leken ze hier totaal geen interesse te hebben. Ook mijn partner vond dat wel wat overdreven, maar liet mij gaan; ik was tenslotte degene met een PABO opleiding. 

Dus met de 3e verjaardag kreeg onze oudste zoon een poppenbuggy met daarin een Babyborn pop. 

Onze oudste stond niet echt te juichen bij het uitpakken van dit cadeau, maar ik zag gelukkig ook geen teleurstelling in zijn ogen. Beide jongens (ze schelen slechts ruim één jaar in leeftijd) stonden uiteindelijk bij het volledig uitgepakte cadeau met vooral een nieuwsgierige blik; wat kunnen we hiermee doen?


Binnen de kortste keren hadden ze dát ontdekt. En toen ik koffie aan het zetten was voor de verjaardagsvisite en door het keukenraam uitkeek op ons hofje, wist ik het ook. Binnen no time was de pop in de struiken beland, de jongste in de buggy gekropen en scheurde de oudste met hem in de buggy voorbij het keukenraam. 

Aan het einde van de middag heb ik de pop uit de struiken gevist en een plekje in huis gegeven. Mijn partner zei niets, maar de vrolijke blik in zijn ogen zei mij genoeg. 

Mogelijk dat een nicht de pop nog wel eens in handen heeft genomen, maar de jongens hebben de Babyborn ernstig verwaarloosd. 




Reacties

Populaire posts van deze blog

Petit Spay

Petit Spay We  zitten natuurlijk niet voor niets in De Ardennen.  Manlief weet altijd leuke stekkies uit te kiezen en als we er dan zijn is het van: 'Nou, dat is ook toevallig! Hier is veel gebeurd in de 2e WO!  ' Na ruim 30 jaar heb ik mij daar bij neergelegd....  Afijn, hij volgt al dagen op de fiets de route van ene commandant kampfgruppe Peiper terwijl ik in mijn vierde triller (lees leesboek) ben beland.  Maar nu werd ik toch wel geïnteresseerd in wat hij had gelezen over het gehucht Petit Spay, waar die kampfgruppe Peiper is geweest. Op de kaart bestaat het gehucht niet meer, maar volgens Ton moest het verlaten gehucht met ong. vijf huizen er nog staan. Kijk..... dan wordt het leuk!! Wij op zoek op Google Maps.... De plaatsnaam stond er niet, maar de satellietweergave verraadde de huisjes tussen de bomen. Zouden die verlaten huisjes er dan echt nog staan?  Vanmorgen zijn wij in de auto gestapt om dit gehucht te vinden.... Eerst is het de kunst om het gehucht Pet

Zoek mijn poes

Boef, onze harige viervoeter. De braafste kat die we in tijden hebben gehad. Poept in eigen achtertuin, zit heerlijk op de bank in het zonnetje voor de deur te genieten en wandelt iedere vroege morgen en late avond trouw achter onze Mechelse draak aan als we ons rondje doen. Af en toe rent ze het blokje om, omdat respectievelijk de voor- of achterdeur dicht is en haar hevig krabben en mauwen geen effect heeft. Verder slaapt ze de hele dag óf in de bosjes in de achtertuin, óf boven op zolder tussen de dozen. Wat een heerlijk leven! Met mooi weer blijft ze ‘s nachts voor de deur zitten, waardoor wij in de vroege ochtend vaak wakker worden van schreeuwende eksters en kauwen bij ons open raam. Niet omdat Boef een gevaar is voor hun jongen. Nee, gewoon omdat deze groep het heerlijk vindt om haar ‘op stang’ te jagen. Want Boef kan niet jagen en al helemaal niets vangen. En dat terwijl ze als kitten kon apporteren als de beste! Nee, onze Boef raken we niet snel kwijt. Ik ben echter wel altijd